Will Eisner zette het in 1978 al op zijn boek “A Contract With God”; graphic novel of grafische roman werd de term voor de meer serieuze stripverhalen. Het leed van anderen wordt in de gewone strip als vermaak getoond. In het volwassen en poëtisch beeldverhaal, die vaak over persoonlijke ellende gaat, wordt er eerder empathie opgeroepen. De Maus boeken van Art Spiegelman kun je niet meer gewoon strip noemen. Ze zijn niet mooi getekend maar door verhaal en onderwerp ontzettend boeiend. Grafische romans gaan vaak over het verwerken van geestelijke groeistuipen. Daniel Clowes publiceerde zijn strips eerst in “Eightball”, een blad dat er op het eerste gezicht uitziet als een gewoon comicboekje. Daarna kwamen ze in boekvorm uit, zoals zijn “Ghostworld” over zoekende pubermeisjes en “Pussey” over een striptekenaar. Veel stripauteurs, met als een van de bekendste Robert Crumb, verwerken hun eigen leven in grafische romans. Mijn persoonlijke favoriete grafische auteur is Cris Ware met zijn Acme Novelty boeken (zie hier). Ik kan ook genieten van “Blankets”, de prachtige dikke pil van Graig Thompson over een christelijke jongen die kunstenaar wordt. Het zijn heus niet alleen Amerikaanse boeken die mijn aandacht opeisen. Veel serieuze Europese strips vond ik al goed. In Nederland worden de meeste grafische romans uitgegeven door Oog en Blik. Prachtige vertalingen zoals “Ventilatoren” van Seth, maar ook Nederlandse boeken zoals “Toen Wij Van De Duitsers Verloren” van Guido van Driel.
De filmische kwaliteit van een beeldverhaal leent zich prima om een volwassen en sfeervol verhaal te vertellen.
|